Share on Facebook
Share on Twitter
Share on Linkdin
Share on Pinterest

Het is ruim twee maanden geleden dat de zogenoemde “Corona-crisis” de kop op stak in het leven van Wesley. Al deze weken heeft hij thuisgewerkt. Zijn kantoorbaan laat dat ook uitstekend toe, alles wat hij op kantoor kan uitvoeren kan ook prima vanuit huis.
‘Lieverd? Je weet dat we vanavond bij mijn ouders eten toch?’ Melinda staat in de deuropening van de slaapkamer, volledig opgedoft.
‘Hoe kan ik dat nou vergeten? Ze hebben het al weken over hun, twee meter afstand, afhaal diner. Volledig corona proof, met wegwerpservies en al,’ hij grijnst naar zijn vriendin, zoals hij vaker doet wanneer hij probeert grappig te zijn. ‘Wat zie je er trouwens opgedirkt uit, ga je nu al?’
‘Ja, het is bijna tien uur. Ik had afgesproken om eerder te gaan. Maak je maar geen zorgen, jij wordt pas vanavond bij het eten verwacht.’
‘Mooi, vandaag is mijn vrije dag.’ Opeens klinkt er een boor op het dak, ze wonen in een appartementencomplex op de bovenste verdieping.
‘Oké, houd je rustig,’ zegt Melinda, ze werpt hem een vluchtige handkus toe en vertrekt zonder een reactie af te wachten. De buitendeur slaat met een luide knal dicht.

Wesley draait zich om in zijn bed. Het is al weken geleden dat hij zijn collega’s voor het laatst heeft gezien. Het laatste gesprek dat hij heeft gehad met zijn vrienden, de enkele die hij heeft, kan hij zich niet meer herinneren. Het is alsof zijn hele sociale leven tot een noodstop is gekomen.
Wederom klinkt het vreselijke geluid van die boor op het dak. Wesley kreunt en slaat zijn handen op zijn oren. Een vrije dag en dan dit! Slapen zal zeker niet meer lukken dankzij die borende gek op het dak, maar wat dan?
Zijn telefoon besluit om antwoord te geven, de ringtone is irritant, maar dat zijn ze volgens Wesley allemaal. In zijn display staat de naam van zijn werkgever, Wesley tikt op de groene telefoon.
‘Met Wesley.’
‘Hey Wesley, Harold hier. Bel ik gelegen?’
‘Uhm, ja, best.’
‘Ik bel even met niet zulk goed nieuws. Je weet dat het met het bedrijf niet zo goed gaat en dat betekent dat we ook meer op de kosten moeten letten. Ook de personeelskosten, begrijp je?’ een korte pauze volgt, die niet bedoeld is voor Wesley om in te springen, daarvoor is hij te kort. ‘Je moet begrijpen dat ik het heel vervelend vind, maar we kunnen helaas je contract niet verlengen.’
‘Dat begrijp ik heel goed Harold. Even een stukje feedback voor je: Een slechtnieuwsgesprek voer je snel, niet uitgebreid inleiden, nee, gewoon in één keer die pleister eraf.’
‘Bedankt? Het spijt me ook echt, ook dat ik je dit op je vrije dag en via de telefoon vertel. Hoe gaat het met je?’ de stem klinkt zenuwachtig, misschien zelfs wel timide.
‘Eerlijk is eerlijk, ik vind het uiteraard balen, maar zoals je zelf al zei, het gaat niet goed met het bedrijf en dit is een begrijpelijk besluit. Oh, een telefoontje is veel beter dan een berichtje,’ grapt hij met een zure glimlach.
De boor op het dak maakt de reactie van Harold onverstaanbaar.
‘Sorry, dat verstond ik niet,’ zegt Wesley.
‘Nou, ik bedankte je voor je begrip. Ik neem aan dat je tot de einddatum van je contract vrij neemt?’
‘Uhm, oké? Ik denk het?’
‘Rest mij alleen nog maar om jou te bedanken voor je inzet. Het allerbeste verder! Doei.’
Nog voor Wesley kon reageren is de verbinding verbroken. De boor laat weer eens intens van zich horen.
‘Stop met dat gezeik, stomme eikel!’ Wesley gooit zijn telefoon naast zich neer. Wat een klote streek, na al zijn inzet. Zijn telefoon trilt en een enkele pieptoon laat hem weten dat hij een bericht heeft ontvangen: “Het spijt me heel erg Wes, maar ik wil niet met je verder. Ik kom mijn spullen nog wel een keer ophalen. Zorg goed voor jezelf, Melinda.”
De tranen schieten hem in de ogen en precies op dat moment laat de boor zich zeker dertig seconden onafgebroken horen. Wesley grijpt naar zijn hoofd. ‘Vreselijke klootzak! Wil je dat mijn hersenen exploderen ofzo?’
Hij kijkt op zijn telefoon en opent de maps app, Melinda en hij delen hun locatie met elkaar. De app doet er langer over dan normaal om te openen. Eenmaal open ziet Wesley dat de pin van Melinda zich niet bevindt bij haar ouders, nee hij staat bij het adres van zijn beste vriend. ‘Gore klootzak!’ zijn kiezen klemmen stevig op elkaar en zijn handen veranderen in vuisten. De telefoon in zijn hand kraakt. Snel zoekt Wesley het telefoonnummer van die zogenaamde vriend op en laat de telefoon overgaan… drie keer… vijf keer… geen gehoor.
De boor op het dak laat weer van zich horen, Wesley veert overeind en rent de voordeur uit. Hij klimt op de balustrade van de galerij, zonder zich te beseffen dat hij op de tiende verdieping is. Die gast met die boor moet toegesproken worden! Hij maakt zich ook totaal niet druk over het feit dat hij niets dan zijn onderbroek aan heeft. Een harde windvlaag, zoals die wel vaker voorkomen op deze hoogte, raakt hem en hij verliest zijn evenwicht op deze smalle balustrade. Met zijn telefoon in de hand valt hij naar beneden. In zijn scherm verschijnt het nummer en de naam van zijn beste vriend, de grond maakt daar een einde aan. “Geen gehoor!”

De krant kopt: “Jongeman pleegt zelfmoord, psychologische gevolgen van de corona crisis slaan toe!”

Deze post delen op Social Media:

Leave a Reply