Daar lopen we dan, ik met een wandelstok in mijn handen. Nala loopt eigenlijk niet, ze rent altijd. Lekker zonder riem en gehoorzaam als altijd (uhm… meestal).

We lopen op het pad vlakbij ons huis en doen het rondje van ongeveer een uur. Natuurlijk is dat helemaal leuk en reden tot grote enthousiasme. Wanneer we ongeveer halverwege zijn lopen we over een veerooster iets dat Nala de eerste keer wat spannend vond, inmiddels is het geen enkel probleem.
Na het rooster gaan we de bocht om en daar staat een kudde koeien. De koeien zijn niet bang, ze zijn juist erg nieuwsgierig. Ik kijk om en zie dat Nala achter blijft. Ze staat op het pad en er komen twee koeien op haar af stappen.
Dat is het moment dat ik haar toch maar even bij me roep, een paar keer haar naam roepen was genoeg voor haar zelfvertrouwen en ze rent tussen de koeien door. Daarna blijft ze heel dichtbij mij, rustig en zonder te blaffen loopt ze vlakbij me. De koeien blijven op gepaste afstand, we lopen door een koeienhaag die op zo’n twee meter bij ons vandaan blijft.
Het valt me op hoe goed Nala het doet, ze blaft niet en blijft kalm naast me lopen.
Dan zijn we de koeien voorbij het land is weer voor onszelf en Nala weet het. Ze begint te rennen, alle kanten op, ver het veld in en kijkt stoer om zich heen. Ik vul in hoe ik vermoed dat haar gedachten gaan ‘Kijk, ik ben niet bang! Ik durf gewoon dwars door jullie weilanden te rennen!’ en krijg een brede glimlach op mijn gezicht.